René & his Alligators (Den Haag)

Een van de allerbeste instrumentale gitaar-groepen uit de geschiedenis van de Nederlandse pophistorie zijn ongetwijfeld RENÉ and the ALLIGATORS geweest. Sologitarist René Nodelijk werd op 9 augustus 1942 in Den Haag geboren in de Van Kinsbergenstraat (later woonachtig in o.m. de Crispijn- , Marnix-, Eerste Braam- , Balistraat en Vaillantlaan). Op het adres Crispijnstraat 5 begon het allemaal. Opgegroeid in de Zuiderparkbuurt trok hij samen met zijn vrienden Jaap Berkhout, Rudy (Desso) Racz (beiden Indisch) en Reyn Rozenberg met goedkope Spaanse gitaren naar het Scheveningse strand om meisjes te imponeren en noemden zichzelf........THE BEACH BOYS. In de herfst van 1956 zagen René en zijn maten Bill Haley & The Comets in de film "Rock Around The Clock". De sensationele rock & roll in deze film maakte zo'n grote indruk op de jongens dat ze besloten later ook met een rockband te beginnen.

 

In april 1958 werden THE ROCKIN' SENSATION BOYS opgericht. René begon hierin met zijn eerste zelfgebouwde electrische gitaar te spelen. Ze gebruikten oude radio's als versterkers. Electrische basgitaren waren nog niet bekend in Europa en Rudy Racz gebruikte een theekist met een bezemsteel en een draad eraan. Dat hadden ze afgekeken van de skiffle bands. René begon ook met zingen in de groep. Eerst de hits van Bill Haley en Little Richard maar later meer het Elvis repertoire. Hij was niet alleen geïnteresseerd in rock & roll maar ook in muzikanten als Benny Goodman (klarinet) en Eddy Calvert (trompet). Het eerste optreden van THE ROCKIN' SENSATION BOYS vond plaats tijdens een schoolfeest van de Han Stijkelschool aan de Waldeck Pyrmontkade in Den Haag op 27 juni 1958 (bron: Reyn Rozenberg). Het was de tijd van de Indo bandjes. Soms gemengd met Nederlanders - zoals THE ROCKIN' SENSATION BOYS - maar allemaal met een Indische basis. Op de vele talentenjachten kwamen ze elkaar tegen. René begon ook zijn haar zwart te verven, zodat iedereen dacht dat hij een Indische jongen was, maar hij wilde met zijn grote zwarte kuif vooral op Elvis Presley lijken. In het Kerstnummer van Tuney Tunes (december 1960) was een volledige pagina met foto van René opgenomen, waarin gemeld werd dat de Haagse rocker geboren was onder de ruisende palmen in het zonnige Indonesië. In de T.T. van januari 1961 werd dit echter snel rechtgezet.

 

Op 24 september 1958 werd in zaal 'Amigo' (Nieuwstraat, Den Haag) een verkiezing gehouden voor de "Nederlandse Elvis Presley". René Nodelijk werd derde, met zijn geel zijden jasje - geleend van Johnny van Leeuwarden (Johnny Lion). Van dit festival zijn enkele minuten in het Polygoon journaalarchief bewaard gebleven. René Nodelijk zong "Jailhouse Rock". De RSB traden ook op in het paviljoen van de rolschaatsbaan in het Zuiderpark (rock & roll dansclub van Willy Wissink). In september 1959 wilde René professioneel gaan werken met Hugo van de Jagt. De overgebleven leden van de RSB gingen op initiatief van Reyn Rozenberg op 29 september 1959 verder onder de naam THE REBEL ROCKERS.

In november 1959 ontstond een conflict tussen de beide zangers René Nodelijk en Rein de Vries. De overige bandleden gingen door met Rein de Vries als THE ROCKIN' SENSATION BOYS. René begon toen zijn eigen band en vanaf dat moment ontstonden THE ALLIGATORS. De inspiratie kwam van de rock'n'roll-hit van Bill Haley, See You Later Alligator. Deze naam werd voorgesteld door de moeder van René. George Comello was een vriend van René en hij fungeerde ook een tijdje als zijn 'bodyguard' in die hectische periode tussen rivaliserende rock & roll groepen. Naast George Comello woonde de Haagse visboer van der Kraats, zijn zoon Richard was een jazz drummer en via de bemiddeling van George werd Richard van der Kraats de vaste drummer bij THE ALLIGATORS. Hans Emmerik (gitaar) en Ton Schattelijn (piano, klarinet) waren twee kennissen van René op het conservatorium en maakten de eerste bezetting van de Alligators compleet.

 

Op 28 november 1959 maakten ze hun debuut tijdens een grote talentenjacht, die georganiseerd werd in de stadsgehoorzaal in Vlaardingen. THE ALLIGATORS bestonden toen 2 weken en wonnen meteen - mede door een gitaarsolo van Hans Emmerik - de 1e prijs met een prachtig arrangement van de Russische traditional Two Guitars (in 1962 ook op de plaat gezet). Dat begon met een klassiek stukje en ging dan over in rock'n'roll. Ze droegen daarbij mooie paarse overhemden (gekocht bij de HEMA) en het effect met de toneelverlichting erop was schitterend. Ze wonnen de beker en lieten 2 gerenommeerde concurrenten achter zich. THE ROCKIN' SENSATION BOYS speelden die avond Red River Rock, met een blokfluit en de Rotterdamse Indo-band OETY & his REAL ROCKERS gingen erg tekeer: zoals liggend op de grond spelend en ze hadden een enorm volume voor die tijd. Iedereen verwachtte dat die één zouden worden, maar ze werden tweede. Tijdens het 2e optreden van de band in het Clubhuis aan de Boerhavestraat (eind 1959) was de naam gewijzigd in RENÉ and the ALLIGATORS. René had toen nog een carrière als zanger voor ogen, vandaar de toevoeging van zijn voornaam.

René behaalde zijn diploma Handels-ULO, volgde 2 jaar lang een klassieke viool- en gitaaropleiding op het Haags Conservatorium en daarna zes jaar lang een vakopleiding op het Koninklijk Conservatorium (gitaar en viool). Een studie die hij nooit afmaakte vanwege het vele optreden als beroepsmuzikant met de Alligators. Eind 1959 werd René door platenmaatschappij Phonogram uitgenodigd om de gitaarparij te spelen op het nummer Sugarbowl Rock voor de Fontana single van Paul Gimbel (de bekende Nedl. tafeltennis kampioen), ze prefereerden toch een jonge rock & roll gitarist boven een sessiemuzikant. Gimbel was zelf hoog geëindigd tijdens de Elvis imitatie wedstrijd op 28 mei 1959 in Amsterdam. Gewonnen door Pim Maas voor Ria Valk. Een foto van het duo in de studio verscheen in januari 1960 in het muziekblad Tuney Tunes, de naam van de gitarist met de grote zwarte kuif en witte gitaar stond er nog niet bij vermeld, daar kwamen we later pas achter.

 

René speelde in die periode op een grote witte Egmond gitaar en in de loop van 1960 zien we hem op foto's met zo'n typisch plat Egmond model. Medio 1960 volgen de Framus gitaren en uit 1961 is er ook een foto waarop René te zien is met een platte Hofner gitaar en Dynacord echo. René begon in die tijd thuis gitaarlessen te geven aan jonge gitaristen in spe, waarvan sommigen later opdoken in bekende Haagse beat bandjes. Gitarist Roelf Backus (ex- The Raylettes en The Groovy's) schreef zijn herinneringen aan 't oude Scheveningen op en vertelde o.a......in 1963 kreeg ik gitaarles van René van de Alligators. Voor f 7,50 per uur kwam hij bij je langs en kreeg je thuis privéles. Van hem leerde ik voor het eerst de stuwende Indo speelstijl: de Indo-Rock.....René gaf ook les in de muziekwinkel van Bas van de Rest op de hoek van het Westeinde en de Vleerstraat. Bas zou in een later stadium ook de manager van RENÉ and the ALLIGATORS worden.

 

In 1960 werd Pim Veeren de eerste bassist in de band en begeleidingsgitarist Ton van de Graaf (†) kwam als opvolger van Hans Emmerik (richtte zijn eigen gitaarband THE RICOCHETS op) bij The Alligators en was gedurende vele jaren een vaste kracht. In de zomer van 1960 mochten RENÉ and the ALLIGATORS hun eerste plaatopnamen voor CNR maken. René vertelde in 1975 in het TROS radioprogramma Poster van Tom Mulder de navolgende prachtige anecdote hierover:....Ja, dat was lachen hoor. We hadden een mobiele studio van CNR die eerst in Hotel Gooiland in Hilversum het instrumentale gedeelte opnam. Wat een gedoe was dat, niemand zou zich dat ooit meer in z'n hoofd halen op zo'n manier te werken. Ze sjouwden zich te blubber met de hele installatie, met aluminium schermen. En dat voor dat ene plaatje! Het waren allemaal studiomusici die van het blad af speelden. Een unicum was volgens hun dat een basgitarist en contrabassist samen dezelfde partij speelden. Ik speelde sologitaar in Hilversum. (de Alligators mochten niet meedoen) We hebben er een hele dag en avond over gedaan. De zangopname van mij zou later in een grote kerk in Rotterdam worden opgenomen. Het kostte ook weer dagen om de installatie van Hilversum naar Rotterdam over te brengen. Toen bleek mijn stem niet goed te zijn en mijn Engels ook niet. Ze hebben geprobeerd een Nederlandse tekst voor me te maken, maar dat liep op niets uit, zodat ik toch maar Engels heb gezongen. Die plaat is wel een lachertje geworden. Halverwege hoor je opeens de bassen niet meer en dan opeens weer keihard, primitief. Tjonge, jonge het was wel geinig, maar het heeft ze duizenden gekost. Het ene nummer was "So Mad" een eigen stuk en het andere "Knockin' On Your Window", wat gewoon "Roodborstje" was, waar mijn vader een Engelse tekst op had gemaakt!"........ 

In de periode december 1960 t/m februari 1961 speelden RENÉ and the ALLIGATORS in Duitsland. Ze begonnen in Kaiserslautern. Halverwege de maand wilde de heer Pelosi van Bernhardseck in Hanau de Alligators perse hebben. In Hanau werd ook in januari 1961 nog gespeeld. In die periode zag René ook de TIELMAN BROTHERS spelen in de Jolly Bar in Hanau. Hij had ze al eerder aan het werk gezien op 3 januari 1960 in de Koepelzaal van de voormalige Haagse dierentuin aan de Koningskade. René vond heel wat inspiratie in hun manier van spelen en repertoire. In februari 1961 werkten ze nog een maandcontract af in de befaamde R.R.- Club Weindorf in Frankfurt am Main.

 

In de Bernhards Eck in Hanau werden ze afgelost door de toen nog onervaren CRAZY ROCKERS, die 15 februari 1961 aan hun Duits avontuur begonnen. Pim Veeren had ze met de oude Opel Kapitän van de eigenaar Pelose in Den Haag opgehaald. Hij reed terug naar Hanau in de 4-persoons auto met 7 man + installatie, w.o. drumstel + persoonlijke bezittingen. Bijzonder is nog te vermelden dat Pim Veeren pas in 1963 zijn rijbewijs behaalde en in 1965 de Duitse versie!

 

Ze logeerden samen met de bandleden van RENÉ and the ALLIGATORS in een jeugdherberg. René en zijn mannen zouden weer naar Holland teruggaan, alleen hun bassist Pim Veeren bleef liever in Duitsland spelen. De Nederlandse drummer Henny Aschman van THE CRAZY ROCKERS had al snel heimwee gekregen en Sidney Rampersad regelde het zo dat Pim per 1 maart 1961 nu als bassist bij hem kwam spelen.

 

Terug in Nederland verdween begin 1961 ook hun saxofonist Leo van Oostrum (naar THE ROCKIN' SENSATION BOYS) uit de gelederen en Rudie Schoonewelle kwam in maart 1961 bij de Alligators als de nieuwe bassist. Samen met René Nodelijk (sologitaar), Ton van de Graaf (slaggitaar) en Richard van der Kraats (drums) was nu de bezetting ontstaan waarmee in de nabije toekomst de meeste plaatopnamen zouden worden gemaakt. Ze concentreerden zich nu meer op het instrumentale werk in de stijl van The Shadows en The Ventures. Een zekere Indische heer Eddy W. van Hemert, voormalig officier van de Dienst Welzijnszorg, had de groep al enkele malen in actie gezien o.a. in Voorburg en in het Zuiderpark. Hij was onder de indruk geraakt van hun prestaties en op zijn advies werd er een bandje gemaakt en die opnamen belandden bij platenmaatschappij Phonogram. Hij werd hun manager en dankzij zijn bemoeienissen werden RENÉ and the ALLIGATORS uitgenodigd om in de opnamestudio in Hilversum te verschijnen voor het maken van een plaat.

 

De vier nummers die na veel wikken en wegen in samenspraak met opnameleider Jan de Winter in aanmerking kwamen om te worden opgenomen werden: Gipsy Rock (eigen arrangement van René, gebaseerd op een rapsodie van Johannes Brahms), The Alligator's Dance (eigen compositie van René), My Happiness (nieuw arrangement van de Connie Francis hit uit 1958) en Theme From Limelight-Rock (rock arrangement van deze filmmelodie, ook bekend als Terry's Theme en Eternally uit 1951 van Charlie Chaplin). De opnamesessie duurde ruim vijf uur. De nummers werden vrij snel achter elkaar uitgebracht op 2 singles en verschenen ook op EP in het najaar van 1961. Kwa sound hadden de nummers ook iets in zich van de messcherpe metalen klank van de Engelse groep NERO & THE GLADIATORS. Later is ook gebleken dat René hun instrumental Entry Of The Gladiators live speelde in die periode. De muziekpers reageerde bijzonder positief op deze produkties en met termen als 'krokodillen-kraker', 'rock-van-de-bovenste-plank' en 'vier jongens die niet onderdoen voor wat het buitenland ons aan rock voorzet' mochten ze destijds niet mopperen.

Bas van der Rest van de muziekwinkel aan het Westeinde 59 werd in 1962 de nieuwe manager van de groep. René was bij hem in een ruimte achterin de zaak begonnen met gitaarles te geven.

 

In het voorjaar van 1962 gingen RENÉ and the ALLIGATORS op Fender Jazzmaster gitaren en versterkers spelen. Het jeugdmaandblad "Teenagercall" organiseerde op 25 mei 1962 een grote show-dansant in de koepelzaal van de Haagse Dierentuin. Naast o.a. The Jumping Jewels en The Bibits traden René & the Alligators daar op en zorgden voor de begeleiding van het zangeresje Lenie van Rennes. Op 16 juli 1962 maakten ze hun TV debuut bij de AVRO in het programma "Nieuwe Oogst". Ze speelden daar Guitar Boogie. Met hun perfecte gitaren en apparatuur verschenen ze weer in de studio voor hun 3e single. Ze waren zo snel klaar met de opnamen van Heisser Sand (Duitse hit voor Mina en later een voor Anneke Grönloh met Brandend Zand) en Granada (niet de populaire song van Augustin Lara, maar de onbekende paso doble compositie van José Garcia Badenes) dat Jan de Winter vroeg of ze niet nòg twee stukken hadden. Dat werden Guitar Boogie en In The Mood. Het werd hun bestverkochte single en een van de monumenten van de Nederlandse pophistorie.

 

Omstreeks september 1962 waren RENÉ and the ALLIGATORS weer terug in de studio samen met THE TELSTARS, een duo dat bestond uit Piet Goossen en Piet Oomen, twee Leidse studenten in de rechten. Drummer Richard van der Kraats kon wegens vakantie niet aanwezig zijn en er zou een invaller meespelen. Dat was Wim Zech, die van René basgitaarles kreeg, maar toen hij voor de aardigheid het drumstel van Richard vd Kraats eens uitprobeerde, bleek dit voor René al voldoende om hem mee te nemen naar de studio. Er werd een cover van Brian Hyland opgenomen Sealed With A Kiss en True Love, met een zeer pittige begeleiding. Het drumwerk van Wim Zech viel bij opnameleider Jan de Winter zo in de smaak dat hij aan René voorstelden om hem een plaats als vaste drummer in de band aan te bieden. Richard vd Kraats was hierover uiteraard zeer teleurgesteld en wilde onmiddellijk het vak verlaten, maar hij werd door groepsleden van THE BLACK JETS benaderd om bij hun te komen drummen. Dat heeft hij ruim een jaar gedaan, tot de band medio 1963 als beroeps naar Duitsland vertrok. Dat zag Richard niet zitten en hij was daarna jarenlang in zijn haringstalletje tegenover de oude Hema te vinden.

 

Op verzoek van de platenmaatschappij nam de band eind 1962 een cover op van Telstar, de gigantische wereldhit van THE TORNADOS, voor een Franse EP. De solo van het orgeltje werd door René vakkundig gearrangeerd tot een gitaarpartij en dat kan ook gezegd worden van hun cover van Rinky Dink, een nummer van de organist Dave 'Baby' Cortez.

 

Tijdens de volgende studio sessie begin 1963 werden 2 nummers opgenomen die René al jaren tijdens live shows speelde. Het al eerder genoemde Two Guitars, met het prachtige klassieke intro en daarna de rockende gitaarversnelling en La Comparsa, met een erg fraai en uniek arrangement van René. De versie van sologitarist Jan de Hont die hij met ZZ en de MASKERS een paar maanden later later zou opnemen groeide echter uit tot een klassieker, zodat de prachtige uitvoering van René nogal eens over het hoofd wordt gezien. Bonanza en Danse Vise werden vrij snel daarna opgenomen. Wim Zech kon zijn uitzonderlijk talent al vrij snel opnieuw demonstreren tijdens de volgende sessie, waarbij Sweet Georgia Brown (met de drumsolo) en Black Swan werden opgenomen. Black Swan was weer een bewerking van een klassiek stuk - Tchaikovsky's balletmuziek Het Zwanenmeer. In Engeland was dit nummer in januari 1963 reeds eerder door THE COUGARS opgenomen en uitgebracht als Saturday Nite At The Duckpond. Beide versies zijn overigens verschillend gearrangeerd.

 

In het seizoen 1963/1964 speelden RENÉ and the ALLIGATORS elke woensdag- zaterdag- en zondagavond van 20.00 tot 24.00 in het Paviljoen van het Zuiderpark, georganiseerd door dansvereniging "The Alligators". Ook gitaarbands als THE NOISE-MAKERS, THE CAPTORS en THE SOLIDS en vele anderen speelden op die dansavonden. In dezelfde periode werd er ook regelmatig opgetreden in La Gaité (Grote Markt) in het oude Circusgebouw in Scheveningen en Dancing Yvonne Bar aan de Stationsweg.

 

Rudie Schoonewelle stapte eind 1963 uit de band (hij zou een jaar later weer terugkeren) en werd vervangen door de Rotterdamse bassist Peter la Haye. Peter kon begin 1964 gelijk in de studio aan de slag voor de opnamen van de single Wham! (cover van Lonnie Mack ) en Bust Out (cover van The Busters - Arlen 1963). Perfecte opnamen met opvallend strak drumwerk en stuwende gitaren. In dezelfde stijl volgde Counter Point (van de Ventures LP Twist Party vol.II) en Let's Do The Slop (Tielman Brothers live repertoire). Ook werd een single gemaakt met THE TELSTARS - met meerstemmige 'Beatles' zang in Ain't Gonna Kiss Ya (compositie van James Marcus Smith aka P.J. Proby voor The Ribbons en reeds eerder gecoverd door The Searchers op hun 1e LP en EP uit 1963) en Sally Ann. THE TELSTARS werden ontdekt door Eric von Aro, een Duitse showproducent en echtgenote van Caterine Valente, hij was onder de indruk geraakt van hun uitvoering van Ain't Gonna Kiss Ya en hij liet ze optreden in de zeer populaire Caterine Valente Show. Er volgde een contract voor het Decca label en THE TELSTARS + RENÉ and the ALLIGATORS werden uitgenodigd om in een Berlijnse studio 2 Duitstalige nummers in de beat stijl te komen opnemen. Dat werden de songs: Tu Mich Nicht Weh en Lass Die Lou In Ruh. In Hilversum werd in het voorjaar nog de single opgenomen - We Know en He's Your Lover. In het najaar van 1964 haalde Eric von Aro ze terug naar Duitsland en werd met de nieuwe bezetting (Ed Bekking op slaggitaar en Rudie Schoonewelle terug op bas) de opname van de 2e Duitse single van THE TELSTARS gemaakt - Mach Mit Mir Holiday en Nur Für Mich.

 

Ook werkten ze in 1964 mee aan de LP 5 Seconden van Woef - met ingedubd applaus en presentatie door Herman Stok. Speciaal voor de LP werd de Nodelijk compositie Alligator Beat opgenomen en namen ze de begeleiding in het nummer De Kleinste (In 't Groene Dal, 't Kleine Dal) van DE FOURYO'S voor hun rekening.

 

In juni 1964 verlieten Ton van de Graaf en Peter la Haye (naar The Condors - Rotterdam) de Alligators. THE SPECIAL FIVE waren ook op dat moment uiteen gevallen en hun bassist Andrei Serban en gitarist Leo Bennink gingen nu bij René spelen. In die periode werd er vaak op maandagavond opgetreden in de Piccadilly (Lange Poten) samen met de wisselband THE SWALLOWS (een imitatieband van René and the Alligators, met de broers Tony en John Pelle op gitaar) en vonden er jam sessies plaats met diverse muzikanten die daar op af kwamen. Andrei Serban bleef tot het najaar, maar ging toen viool spelen in het zigeunerorkest van zijn vader Gregor. Hans Vermeulen (ex- Sandy Coast Rockers) zou hem gedurende een korte periode opvolgen. Rudie Schoonewelle kwam daarna weer terug als bassist. Leo Bennink hield het precies 1,5 maand vol, maar speelde toch liever zelf sologitaar en volgde Joop van Heusden in augustus 1964 op bij THE BLACK ALBINO'S. Leo werd opgevolgd door Ed Bekking, een gitarist die hij zelf een jaar eerder 'ontdekt' had en meespeelde in THE SPECIAL FIVE.

 

In december 1964 verliet Wim Zech de groep en kwam Louis Blonk (ex- WILLY & his GIANTS) achter het drumstel te zitten. Op hun allerlaatste instrumentale single bespeelden ze Italiaanse Galanti gitaren. In Eurovisie Mars waren de karakteristieke gitaarloopjes van René nog prominent aanwezig en het aloude 12th. Street Rag kreeg een zeer aparte klankkleur dankzij het gebruik van René's 12-snarige electrische Galanti gitaar. Producer Tony Vos haalde René in 1965 naar de studio om de gitaarpartij van het Kinks nummer A Well Respected Man (Een Respectabel Man) voor de debuut LP van Boudewijn de Groot in te spelen.

In 1965 moest René ook noodgedwongen naar meer vokaal repertoire omschakelen. De Nederbeat van de jaren zestig kwam als een explosie. Samen met Rudie Schoonewelle schreef hij een aantal vokale nummers. She Broke My Heart en I Can Wait werd hiervan in 1965 op single uitgebracht en verscheen eveneens in Engeland. Zonder meer een prachtige produktie, maar de verkoop viel tegen omdat de echte instrumentale fans van RENÉ and the ALLIGATORS het af lieten weten. Aan de 2e Decca single was al een labelnummer toegekend, maar de nummers Quite A Lot Of Things Can Happen en Laughin' in The Rain bleven bleven tot 1999 (CD In The Mood - Rotation) op de plank liggen. In 1967 volgde nog wel een single uitgebracht onder de naam THE ALLIGATORS. Met zeer fraai zang- en gitaarwerk: I Feel Like Crying en I'm On The Run.

 

De laatste bezetting van THE ALLIGATORS met. o.a. Frank Bianchi (zang, gitaar, keyb.) en Kees Groenendaal (drums) werd in mei 1967 omgedoopt in TOBY COLLAR - dat is Engels voor de schuimkraag van een glas bier. In augustus 1968 kwam Hans Bianchi als vervanger van bassist Ruud Schoonewelle in de band en ze treden kort op als THE DIMPLES, daarna al weer snel TOBY COLLAR en ze maakten eind 1968 de eerste single op Polydor met Tallahassee Lassie, waarmee René weer even terug naar zijn begintijd ging. Bea Willemstein - René zijn eerste echtgenote - ging in 1969 aan de slag als zangeres in TOBY COLLAR. Frank Nodelijk, de broer van René - die wel zijn conservatorium opleiding had afgemaakt, was in 1969 de toetsenist van de groep. In de periode 1971-1977 maakte ook zangeres Corry Bianchi deel uit van TOBY COLLAR. Af en toe maakte de band nog een plaatje, maar er werd vooral in de weekends opgetreden in disco dancings en op bruiloften en personeelsavonden. Eind 1977 viel het doek voor TOBY COLLAR.

 

In 1978 kwamen RENÉE and the ALLIGIATORS weer terug met zijn huidige vrouw Anja Exterkate (Renée) als zangeres. Guitar Boogie werd Alligator Boogie op zijn CNR single uit 1978. De bezetting wisselde nogal eens en tijdens de periode van het solosucces van Anja (1982-1985) werd de band ontbonden. Lees meer over de huidige band van René op zijn eigen site www.reneemusic.nl